Au bal de l’Opéra
K. van Dongen (Delfshaven 1877 – 1968 Monte Carlo), zwart krijt, pen en penseel in zwarte inkt, 33 x 25 cm, gesigneerd linksonder, te dateren 1901
Herkomst: Alexandre Natanson (1876-1936) Parijs 1901, Drouot veiling 16 mei 1929 – nr. 68, Drouot veiling 25 april 1931, nr. 91, P. Boisson, Chartres,
Drouot veiling 23 maart 1993, nr. 27, Sotheby’s London 13 oktober 1995, nr. 38, privé collectie
Literatuur: De Onbekende van Dongen, Anita Hopmans 1997, Boymans, Lugt en Musée des Beaux Arts Lyon, afgebeeld op pag. 125, nr. 35
Cornelis Theodorus Maria Van Dongen
Delfshaven 1877 – 1968 Monte Carlo
Kees van Dongen begon op zijn vijftiende met avondlessen aan de Rotterdamse “Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen” – de tegenwoordige Willem de Kooning Academie. Hij werkte overdag omdat er geen geld was om zijn studie te betalen. Drie jaar later al kon hij als tekenaar de kost verdienen en werkte hij voor verschillende bladen waaronder Het Rotterdamsch Nieuwsblad.
Gedurende zijn gehele carrière had hij grote bewondering voor Frans Hals en Rembrandt, die in hun losse penseelvoering hun tijd ver vooruit waren. Ook van de zogenaamde ‘Tachtigers’, bestaande uit schilders als Isaac Israels en George Hendrik Breitner neemt hij de schildertechniek van het grotere gebaar over. Deze schilderwijze zou hij in zijn eigen carrière verder ontwikkelen in de richting van het expressionisme. Op rake en directe wijze legde hij het dagelijks leven in de stad vast.





