De Kei van Hilversum
M. van der Valk (Amsterdam 1857 – 1935 Laren), zwart en gekleurd krijt, 46 x 32,5 cm, gesigneerd rechts onder en gedateerd ’21
De 13.000 kg wegende kei werd in 1916 gevonden op de Westerheide bij de Aardjesberg tussen Laren en Hilversum, bij de aanleg van een fietspad van de Crailosebrug naar het Sint Janskerkhof in Laren. Het is een zwerfkei, daterend uit de voorlaatste ijstijd, die in de Middeleeuwen als grenspaal fungeerde tussen Hilversum en Laren. In die tijd werden zwerfkeien en grote oude bomen vaker als grensmarkering gebruikt. De kei werd in augustus 1921 uitgegraven en met veel moeite verplaatst naar de ’s Gravelandseweg in Hilversum, bedoeld als toeristische attractie.
Maurits van der Valk positioneerde de Hilversumse Kei in vol ornaat in zijn oorspronkelijke omgeving, met op de achtergrond de contouren van Hilversum. Thans bevindt zich daar het Mediapark.
Meer informatie over De Hilversumse Kei, zie Het historisch tijdschrift van de stichting ‘Vecht en Eem’
Maurits Willem van der Valk
Amsterdam 1857 – 1935 Laren
Maurits (Mau) van der Valk was schilder, etser en kunstcriticus. Zijn vader was huisschilder en leerde hem de eerste schilders technieken. Maurits koos liever voor een kunstzinnige richting en ging naar de Rijksacademie van beeldende kunsten in Amsterdam van 1878 tot 1884. Hij kreeg er les van o.a. August Allebé.
Op de Academie leerde hij Jan Veth, Willem Witsen en Jacobus Van Looy kennen. Zij werden samen met een jeugdvriend, de dichter Willem Kloos, een hechte vriendengroep. Mau’s atelier aan de Amsteldijk was de plek waar de jonge kunstenaars elkaar ontmoetten. In 1881 werd het Amsterdamse literaire genootschap Flanor opgericht, met als doel het vernieuwen van literatuur en kunst. Flanor werd het trefpunt van de Tachtigers, een groep jonge vooruitstrevende schrijvers en kunstenaars. Maurits van der Valk was een van hen, net als zijn kunstvrienden Van Looy, Veth en Witsen. Ook Willem Kloos en Frederik van Eeden waren lid en behoorden ook tot de Tachtigers.



