Twee Scheveningse dames, de vriendinnen Arendje Roeleveld en Engeltje Westerduin
I. Israels (Amsterdam 1865 – 1934 Den Haag), olieverf op doek, 55 x 69 cm, gesigneerd rechts onder met atelierstempel,
verso: etiketten tentoonstellingen Muzee/Panorama Mesdag 2008 en 2012 VERKOCHT
Herkomst :
Atelier Isaac Israels; veiling atelier Isaac Israels, tweede gedeelte, Amsterdam (Frederik
Muller) 10-12-1935 nr. 179; coll. Nieuwenhuizen Segaar; vererfd in de familie op De
Haan-Groen; veiling Amsterdam (Christie’s) 14-5-2014 nr. 280 ; particuliere collectie Nederland;
Literatuur:
T. de Liefde, Schilderen en wonen op Scheveningen. Den Haag 2008, afbeelding pag. 100;
W. de Vlieger-Moll, Isaac Israels in Den Haag. Bussum 2012, pag. 69.
Tentoongesteld :
2008 ‘Muzee Scheveningen: Schilderen en wonen op Scheveningen in de Belle Epoque’;
2012 ‘Panorama Mesdag: Isaac Israels in Den Haag’
Een uitgewerkte versie in olieverf is in het Gemeentemuseum, Den Haag, inv.nr. 1-3
Isaac Lazarus Israels
Amsterdam 1865 – 1934 Den Haag
Als zoon van Jozef Israëls werd het schildersvak Isaac Israels met de paplepel ingegoten. Hij volgde al vanaf zijn dertiende lessen aan de Haagse Academie. In 1886 schreef Israels zich in aan de Amsterdamse Rijksacademie, maar hij had zoveel talent dat hij voortijdig stopte en zich al snel als zelfstandig kunstenaar vestigde . Isaac Israels raakte in Amsterdam bevriend met George Hendrik Breitner. Beiden legden ze het leven van alledag in de stad vast. Zij schetsten en aquarelleerden in de open lucht. Met een enorme vrijheid, vaak in één keer op het papier gezet. Zij werden de ‘Amsterdamse impressionisten’ genoemd. Opstandig en vernieuwend, zich losmakend van de Haagse School waartoe zijn vader Jozef behoorde.




